Uitname richtlijn LORUT tijdens COVID-19

  • Auteur(s): Danielle Mol en Mirjam Martens - Beleidsmedewerkers B&O
  • Gericht aan: ODC's, supervisoren, LORUT, LOTTO, Witte Kruis Transplant, Kijlstra, Medical Transport Nijmegen, ASL en ACE
  • Afgestemd met: LORUT
  • Datum: 1 juli 2022
  • Status: Dit beleid wordt regelmatig geëvalueerd

Samenvatting

Uitgangspunten

  • Ook tijdens een epidemie moet postmortale orgaandonatie zoveel mogelijk doorgang kunnen vinden
  • ZUT-personeel (inclusief ODC) moet beroepshalve niet meer worden blootgesteld aan SARS-CoV-2 dan nodig

Uitname en testen

  • ZUT en ODC gaan in principe naar elk donorziekenhuis om uit te nemen, ongeacht regiocodering
  • Donor wordt vooraf getest en uitname vindt plaats bij negatieve test en na overleg in sommige gevallen bij zwakpositieve donoren
  • Melding bij Eurotransplant kan wel plaatsvinden voordat testresultaten bekend zijn

Vervoer

  • Raadpleeg de Richtlijn vervoer en transport tijdens SARS-CoV-2. 
  • Het betreft regels over minder passagiers, handen desinfecteren en het dragen van een mondkapje

OK-fase

  • Reguliere beschermingsmiddelen bieden bij negatieve donor voldoende bescherming

Samenwerking internationale thoraxteams

  • Samenwerking kan doorgaan, gezien beschermde omstandigheden. Maximaal 5 leden per team.

Afhandelen COVID-klachten en besmettingen binnen ZUT

  • ZUT en ODC volgen testrichtlijn FMS
  • Bij besmetting binnen ZUT tijdens procedure wordt meteen 1e chirurg(besluitvorming) en de dienstdoende ODC geïnformeerd

Wijzigingen t.o.v. versie 5.0

Uitname en testen

Conform de Richtlijn Donoren zwakpositief voor SARS-CoV-2 COVID-19 is aangepast in deze richtlijn:

  • Overleg over deze donor na check: donor > 14 dagen na eerste ziektedag

Aanleiding

Er is een toename geweest in besmettingen door de omikron-variant. Deze is besmettelijker en is de dominante variant in Nederland geworden. Deze variant komt ook in de ons omringende landen voor. Het proces van orgaandonatie en daarmee de (inter)nationale orgaanuitwisseling vindt nog altijd plaats. Het is belangrijk om afspraken te maken hoe het risico op besmetting met SARS-CoV-2, in het kader van postmortale orgaandonatieprocedures zo laag mogelijk kan worden gehouden. In vergelijking met reguliere ziekenhuiszorg speelt hierbij mee dat externe uitnameteams naar het donorziekenhuis komen om daar een uitnameprocedure te verrichten. Deze teams zouden een infectie ‘mee kunnen nemen’ naar hun eigen ziekenhuis, waardoor de epidemie zich sneller uitbreidt onder gezondheidszorgmedewerkers. Daarnaast speelt de kans op overdracht van het virus naar kwetsbare transplantatiepatiënten. 

Het vaccinatie- en boosterprogramma wordt in Nederland steeds verder uitgerold en de vaccinatiebereidheid is hoog. Er is echter geen vaccinatieverplichting ook niet voor de zorgprofessional. Een veilige werkplek borgen blijft een belangrijk aandachtspunt.

Uitgangspunten

  • Binnen de mogelijkheden die er zijn tijdens een epidemie moet postmortale orgaandonatie door kunnen blijven gaan ten behoeve van patiënten op de wachtlijst.
  • Het acceptatiebeleid van organen wordt bepaald door orgaanadviescommissies LOL, LONT en LOTTO.
  • Met een toename van het aantal geïnfecteerden en een minder heftig ziektebeeld als gevolg van de omikron-variant, moet onnodig verlies van goede donoren worden voorkomen.
  • ODC en ZUT-personeel moeten beroepshalve niet meer worden blootgesteld aan SARS-CoV-2 dan strikt noodzakelijk;
  • Gasten/studenten/onderzoekers zijn toegestaan tijdens een MOD-procedure mits dit binnen de RIVM- en vervoersafspraken past (en het niet te druk is op de OK).

Uitname en testen

  • Elke donor wordt getest op SARS-CoV-2. Dit houdt in: een nasofarynx (neus)wat en orofarynx (keel)wat. De donor mag wel al gemeld worden aan Eurotransplant voordat de COVID-testuitslag bekend is. 
  • In de richtlijn “Donoren zwakpositief voor SARS-CoV-2 COVID-19” van 11 februari 2022 is het donor-aannamebeleid iets ruimer geformuleerd: 
    • Bij een positieve PCR-uitslag wordt de donorprocedure gestaakt (Ct-waarde ≤ 33). 
    • Als er sprake is van een zwakpositieve donor (Ct-waarde >33), dan wordt de donor in principe als niet meer besmettelijk gezien en kan donatie mogelijk plaatsvinden. Deze informatie staat in de Richtlijn donoren zwak positief voor SARS-CoV-2. Raadpleeg altijd deze richtlijn voor de meest actuele informatie.
    • Overleg over deze donor na check:
      • Donor > 14 dagen na eerste ziektedag
      • Geen actief ziektebeeld meer
      • Swab keel is negatief
      • NB: als het hierbij gaat om een DCD-procedure (de- en reïntuberen) dan dient ook overleg plaats te vinden met het uitname team of er extra beschermende maatregelen moeten worden genomen (FFP2 makers, spatbrillen).
  • Bij een Ct-waarde > 36 wordt de donor als negatief beschouwd en kan donatie plaatsvinden. 
  • Tijdens de IC-fase en een DBD-procedure zal een donor altijd endotracheaal geïntubeerd zijn met een gesloten beademingssysteem met filter, de kans op overdracht van eventueel SARS-CoV-2 van donor op anderengering, ook als het een zwak-positieve donor betreft. Het risico voor het team is minimaal. 
  • De ZUT-teams en de ODC's nemen uit in elk donorziekenhuis, ongeacht de verschillende coderingen van de risicogebieden binnen Nederland. Dit is gebaseerd op het zeer zorgvuldige screenings- en selectiebeleid in Nederland.

De Nederlandse overheid heeft het advies gegeven in publieke binnenruimtes niet medische mondneusmaskers te blijven dragen. Deze leidraad gaat echter over het zorgdomein d.w.z. het deel van het ziekenhuis waar directe patiëntenzorg wordt gegeven en is tot stand gekomen op grond van de meest recente medische inzichten en wetenschappelijke evidentie. De opgenomen aanbevelingen zijn minimum vereisten. Verruiming van het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen is mogelijk op geleide van een lokale risicoanalyse. Als gezien het risico mondkapjes nodig zijn, dan adviseert de FMS het gebruik van medische maskers van minimaal type II. Ziekenhuizen kiezen hun eigen beleid soms is handen desinfecteren en mondkapjes verplicht bij het betreden van het ziekenhuis.

Vervoer

  • Er zijn specifieke richtlijnen opgesteld ten aanzien het vervoer van de ZUT-teams naar de donorziekenhuizen. Deze informatie staat in de Richtlijn vervoer en transport tijdens SARS-CoV-2. Raadpleeg altijd deze richtlijn voor de meest actuele informatie. 
  • Deze richtlijn moet streng worden nageleefd door zowel chauffeur als de leden van het ZUT om de veiligheid van de ZUT-leden en chauffeurs te waarborgen en het transport en dus uiteindelijk transplantaties niet in gevaar te brengen. 
  • De chauffeur wacht buiten het ziekenhuis, bij voorkeur bij zijn voertuig, met uitzondering van de coördinerende chauffeur.

OK-fase

  • Indien SARS-CoV-2 op een IC onder controle is – volgens Richtlijn IC tijdens SARS-CoV-2 - en de donor is negatief getest, dan wel in sommige gevallen zwak-positief is maar geschikt bevonden voor donatie – volgens Richtlijn donoren zwakpositief voor SARS-CoV-2 COVID-19, is transport van een donor naar de OK met reguliere contactisolatie voldoende.
  • Bij een SARS-CoV-2 negatieve donor zijn tijdens de OK-fase reguliere beschermingsmaatregelen (chirurgisch mondneusmasker, handschoenen, handdesinfectie, jassen) van het ZUT op de operatiekamer voldoende voor het team. Als het gaat om een zwak-positieve DCD donor, moet vooraf contact worden gelegd met het UT of er extra beschermingsmaatregelen nodig zijn.
  • Er is ruimte voor het ZUT om te besluiten aanvullende beschermingsmaatregelen in te zetten (wanneer de situatie daarom vraagt), zoals FFP-2 maskers en spatbrillen.

Samenwerking internationale thoraxteams

  • Buitenlandse thoracale teams mogen naar Nederland komen voor het ophalen van thoracale organen. Dit is conform de richtlijn Thoracale Transplantaties tijdens COVID. Dit wordt ondersteund door de Richtlijn testbeleid zorgmedewerkers van de FMS. Het dragen van een FFP-2 mondmasker is niet meer standaard verplicht. 
  • Indien een buitenlands (thorax)team gelijktijdig met een ZUT opereert, nemen beide teams tijdens de procedure de reguliere veiligheidsmaatregelen in acht (zie alinea OK fase).  
  • Als teamleden klachten van SARS-CoV-2 hebben, mogen zij niet naar Nederland komen. 
  • Uit hoofde van beperkte vervoersmaatregelen voor inkomende thoracale teams kunnen max 5 teamleden vervoerd worden naar het donorziekenhuis. De ODC stemt dit af met de buitenlandse teams.
  • Naast de overheidsrichtlijn geldt voor deze zorgprofessionals dat zij weinig contact hebben in Nederland en de contacten op de OK vinden plaats onder beschermde omstandigheden. Zodoende is het dus niet nodig om aan deze teams strengere maatregelen op te leggen/eisen te stellen. 

Afhandelen COVID-klachten en besmettingen ZUT teams

Hoe om te gaan met klachten en besmettingen binnen de ZUT-teams? 

ZUT-teams en ODC's volgen het testbeleid voor zorgmedewerkers zoals geformuleerd door de FMS:

  • De zorgmedewerker met één of meer COVID-gerelateerde klachten blijft direct thuis.
  • Zorgmedewerkers (en huisgenoten) laten zich bij klachten direct testen.
  • Als een huisgenoot klachten heeft kan de zorgmedewerker doorwerken, mits de testuitslag van de huisgenoot binnen 48 uur bekend is. Als dit niet het geval is, zal de zorgmedewerker alsnog in quarantaine gaan tot de testuitslag beschikbaar is.
  • Als een huisgenoot positief getest is blijft zorgmedewerker thuis (tenzij kritisch voor bedrijfsvoering en speciale condities worden afgesproken).
  • Als een patiënt positief getest is, kan de zorgmedewerker doorwerken als er voldoende bescherming was. Als er geen voldoende bescherming was kan ook worden doorgewerkt, mits alertheid op klachten tot 10 dagen na contact. Volg lokaalbeleid voor testen en vervolg.
  • Als een collega positief getest is, kan de zorgmedewerker doorwerken. Alertheid op klachten tot 10 dagen na laatste contact. Volg lokaal beleid inzake testen en vervolg.

Als er achteraf een besmetting bij een van de teamleden wordt geconstateerd tijdens een uitnameprocedure, dan wordt als volgt gehandeld:

  • De positief geteste medewerker informeert zowel de 1e chirurg als de ODC van de betreffende ZUT-procedure.
  • De 1e chirurg is verantwoordelijk voor besluitvorming, waarbij richtlijn FMS of het lokaal protocol COVID-19 van het ziekenhuis waar de medewerker in dienst is, wordt gevolgd.
  • De ODC heeft de regie over de organisatorische aspecten en informeert het betrokken team, Eurotransplant, de NTS en het vervoersbedrijf.
  • De 1e chirurg stemt met de ODC af wie de SAE/SAR melding invult, waardoor ook eventueel betrokken buitenlandse teams worden geïnformeerd.