Transplantaties gaan in tweede golf zoveel mogelijk door

5 januari 2021

Nog nooit stond de zorg zo in de aandacht als in 2020 door het coronavirus. Hoe heeft de transplantatiewereld de eerste coronagolf beleefd? En wat is er anders in de tweede golf? Zes medewerkers vertellen over hun ervaringen.

Dit voorjaar was een heftige periode, vertelt Ton van Beek, IC-verpleegkundige en donatiecoördinator in het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg. ‘Zo’n gigantische instroom van ernstig zieke patiënten was voor iedereen nieuw.’ Hij werkt al dertig jaar op de intensive care en faciliteert sinds zeventien jaar ook de donatieprocedure van patiënten die in het ETZ zijn opgenomen en na hun overlijden organen of weefsels willen afstaan.

Tijdens de coronapiek in het voorjaar kon hij meer uren op de IC werken dan normaal, omdat het aantal donaties sterk terugliep. ‘We zagen veel minder potentiële donoren na een trauma, maar bijvoorbeeld ook minder patiënten met hersenbloedingen en herseninfarcten. Misschien kwam dat doordat mensen minder werkdruk hadden en daardoor minder stress, maar echt goed kunnen we het niet verklaren. In de tweede golf zien we ook weer dat met het stijgende aantal coronapatiënten de instroom van andere spoedpatiënten daalt.’

Psychische belasting

Omdat er nu meer bekend is over het virus, zijn de regels op de IC iets minder streng. ‘In het voorjaar werden potentiële donoren niet geaccepteerd als zij op dezelfde unit als coronapatiënten hadden gelegen. Nu mogen ze alleen niet op dezelfde kamer liggen. Daardoor is het nu vaker mogelijk om een orgaandonatie op te starten. Familie kan ook op bezoek komen bij coronapatiënten. In het voorjaar is er een periode geweest waarin er helemaal geen bezoek mogelijk was.’

Voor de tweede golf is afgesproken om de reguliere zorg zo veel mogelijk door te laten gaan. Maar vanwege het stijgende aantal ziekenhuisopnames van coronapatiënten moest in oktober al een deel van de reguliere zorg worden afgeschaald, vertelt van Beek. Hij denkt dat het geen gemakkelijke wintermaanden gaan worden.

‘De hele dag in isolatiekleding lopen is zwaar, en ook de psychische belasting is groot. Soms overlijden er meerdere patiënten op een dag. Als IC-verpleegkundigen zijn we dat enigszins gewend, maar voor de collega’s op de verpleegafdelingen geldt dat veel minder. We weten ook niet hoelang dit nog gaat duren. Dat kan nog wel een jaar zijn. Hoe langer het duurt, hoe groter de kans dat mensen het niet meer volhouden. Gelukkig kunnen we altijd terecht bij de medisch psychologen in ons ziekenhuis als we ergens tegenaan lopen of ons verhaal kwijt willen. Die mogelijkheid is belangrijk.’ 

Foto Ton van Beek, IC-verpleegkundige en donatiecoördinator in het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg
Ton van Beek, IC-verpleegkundige en donatiecoördinator

Teamwork en waardering

Het maakte ook op dr. Koen Simons veel indruk dat er dit voorjaar zoveel mensen in korte tijd doodziek werden. Hij is internist-intensivist in het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch. ‘Familie kon er aanvankelijk niet bij zijn als mensen aan de beademing moesten. En soms konden ze niet eens fatsoenlijk afscheid nemen. Dat waren heftige momenten.’

Hij zag ook mooie dingen, bijvoorbeeld op het gebied van teamwork en waardering. ‘Mensen waren ontzettend dankbaar. We kregen allerlei cadeautjes, bedrijven boden gratis leaseauto’s aan. Onder collega’s in het ziekenhuis heerste een positieve sfeer. Je kon met één telefoontje zaken regelen, waar je normaal een paar formulieren voor moet invullen.’

Minder applaus

In de tweede golf is de dynamiek anders, signaleert Simons. ‘Er is minder applaus. Positief is dat we ons veel beter hebben kunnen voorbereiden. De gewone zorg schalen we niet helemaal af, want daardoor vallen er uiteindelijk ook slachtoffers.’ De NTS stimuleert ziekenhuizen om orgaandonaties en -transplantaties zoveel als mogelijk door te laten gaan. ‘Als er vanwege spoedopnames geen ruimte op de IC is, kan het natuurlijk niet. Maar de afgelopen weken hebben we een aantal patiënten gehad die orgaandonor werden, waaronder een multi-orgaandonatie na euthanasie van een jonge patiënt. Een droevige zaak, maar uiteindelijk kijkt iedere betrokkene er goed op terug, wetende dat we de wens van de patiënt om iets na te laten voor anderen, hebben kunnen respecteren.’

Ondanks dat we veel kennis hebben opgedaan, is COVID-19 een nog bijna even dodelijke zieke als in het voorjaar, constateert Simons. ‘Dexamethason wordt soms gepresenteerd als middel dat enorm verschil maakt, maar dat valt in de praktijk tegen. Zeker als mensen eenmaal op de IC liggen helpt dat niet zo veel. Ongeveer 22 procent van de coronapatiënten die op de IC in het JBZ terechtkomt, overlijdt. Dat is net iets minder dan het landelijk gemiddelde van 25 à 26 procent. Maar of wij het echt beter doen is nog niet te zeggen. Daarvoor zou je moeten kijken of er verschillen zijn in de patiëntenpopulaties en dat weten we op dit moment nog niet goed.’ 

Dr. Koen Simons internist-intensivist in het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch
Dr. Koen Simons internist-intensivist in het Jeroen Bosch Ziekenhuis

Meer behandelopties

Tineke Wind werkt bij het Maastricht UMC+ en coördineert donatieprocedures in de regio’s Maastricht en Nijmegen. Transplantatiecoördinator was tot voor kort de naam van haar functie, maar die is veranderd in orgaandonatiecoördinator. ‘Die naam past beter bij wat we doen: we coördineren de donatie en niet de transplantatie.’ Zoals veel beroepsgenoten heeft ze een achtergrond als IC-verpleegkundige. Tijdens de eerste coronagolf werkte ze daarom na een korte stoomcursus gedurende zes weken op de IC van het MUMC+. ‘Dat had ik meer dan vijftien jaar niet gedaan, maar het gaf een heel goed gevoel om op deze manier iets te kunnen betekenen in deze crisis.

Er heerste een bijzonder saamhorigheidsgevoel in het team.’ Ze herinnert zich een van haar eerste diensten in maart nog goed. ‘Een operatiezaal van het dagcentrum was ingericht als nood-IC. Ik stond daar in volledige bepakking met om mij heen ontzettend zieke patiënten, de helft in buikligging. Het was een bijna surreële ervaring. Maar je went eraan als je eenmaal aan het werk bent.’

Veel beter verspreid

In die weken stond het werk als orgaandonatiecoördinator op een laag pitje. ‘Collega’s namen dat over, maar er waren veel minder donaties en daardoor was er ook veel minder werk’, aldus Wind. De tweede golf is duidelijk anders dan de eerste. ‘In het voorjaar werden vooral de ziekenhuizen in Brabant en Limburg overspoeld met patiënten. Nu worden de patiënten veel beter over de ziekenhuizen verspreid. Mensen zijn nu ook meer bekend met de verschijnselen van COVID-19 en er wordt meer getest, waardoor coronapatiënten met klachten eerder naar het ziekenhuis komen. En er zijn er nu meer behandelopties.

Naar verhouding liggen er nu meer mensen op de verpleegafdelingen en minder op de IC. Ik heb in deze tweede golf nog niet op de IC gewerkt. Er is nu ook meer werk voor mij als orgaandonatiecoördinator, want orgaandonaties gaan gewoon door. Maar het ziekteverzuim onder IC-personeel loopt op, dus misschien dat ik binnenkort weer bijspring op de IC.’

Overbelasting zorgpersoneel

Een onderbelicht probleem is dat sommige mensen vanwege de pandemie niet naar het ziekenhuis durven komen. ‘Ze stellen hun hulpvraag uit, waardoor klachten ernstiger kunnen worden’, constateert dr. Yannick Taverne, thoraxchirurg in het Erasmus MC in Rotterdam. Hij doet ook hart- en longtransplantaties. ‘Tijdens de eerste coronagolf daalde het donoraanbod sterk en lag de IC vol met coronapatiënten. Hierdoor konden er minder transplantaties uitgevoerd worden. In de tweede golf zien we dit terug, weliswaar iets minder dan tijdens de eerste golf, maar er wordt weer aanzienlijk minder getransplanteerd.’

De techniek ex-vivo-longperfusie (EVLP) geeft tegenwoordig de mogelijkheid om longen te accepteren die voorheen niet voor transplantatie geschikt werden bevonden. ‘Het probleem van capaciteit en donoraanbod tijdens de pandemie blijft echter bestaan. Ex-vivo-longperfusie geeft wel enige ruimte om logistieke problemen bij de transplantatie te omzeilen’, aldus Taverne. Overbelasting van zorgpersoneel speelt volgens hem nu steeds meer op. ‘Vooral bij verpleegkundigen en IC-verpleegkundigen die continu in de frontlinie hebben gewerkt is de rek eruit. De hele keten valt om en de zorgkwaliteit die we gewend zijn te leveren, komt onder druk te staan. Aios kampen met het probleem dat hun opleiding vertraging oploopt doordat ze van hun eigen afdeling worden weggeplukt om de COVID-19-zorg draaiende te houden.’

Online overleggen

Patiënten die met het coronavirus besmet zijn, kunnen geen enkel orgaan doneren voor transplantatie. Dat is om elk risico op overdracht uit te sluiten. ‘Een actieve virusinfectie was altijd al een contra-indicatie voor transplantatie’, legt Taverne uit. Een positief bijeffect van de coronacrisis noemt hij de ICT-mogelijkheden die nu ten volle worden benut. ‘Voorheen gingen we voor iedere bespreking naar elkaar toe, ook als daar een behoorlijke afstand voor moest worden afgelegd. Nu blijken we ook prima te kunnen overleggen via Teams en zien we meteen bijvoorbeeld de radiologiebeelden van een patiënt erbij. Natuurlijk wil je elkaar soms zien, maar vaker online overleggen bespaart enorm veel tijd. Ik verwacht dat we dit ook na de coronacrisis blijven doen.’

Geneeskundestudenten op de werkvloer

‘Toen de coronacrisis in Nederland begon was ik op vakantie, maar die heb ik toen afgebroken’, herinnert Lodewijk Res zich. Hij is stafarts bij stichting WUON (Weefsel Uitname Organisatie Nederland) dat sinds 2019 postmortaal weefsel aan de Nederlandse weefselbanken levert. ‘We wisten in maart nog weinig over het virus, daarom zijn we tijdelijk helemaal gestopt met weefselafname. Rond april zijn we weer langzaamaan gestart met het uitnemen van hart- en oogweefsel. Met botweefsel hebben we langer gewacht, omdat hiervoor OK-ruimte nodig is, die schaars was.’

Hoornvlies en hartkleppen zijn weefsels die acuut nodig kunnen zijn. Toch zijn er geen dusdanige tekorten geweest dat spoedpatiënten niet geholpen konden worden. Res: ‘Op een gegeven moment werd het wel nijpend. Gelukkig was er inmiddels een protocol opgesteld waarmee we de donoren op COVID-19 kunnen testen om weefsels veilig te kunnen uitnemen.’

Op de werkvloer heeft de WUON ook de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen. De organisatie heeft veel geneeskundestudenten in dienst, een van de grootste risicogroepen voor een besmetting. ‘Een aantal medewerkers is al enige tijd in quarantaine geweest, omdat ze besmet waren of een besmette huisgenoot hadden. Gelukkig hadden we vervanging geregeld voor medewerkers die uitvallen. Daarbij hielp het natuurlijk wel dat er minder uitnames waren’, aldus Res. ‘Voor onze eigen medewerkers hebben we voorschriften opgesteld, bijvoorbeeld om FFP2-maskers in het ziekenhuis en in de taxi te dragen. Dankzij dit protocol is er binnen ons team in elk geval geen transmissie geweest.’

Toch naar kantoor

Bij het Orgaancentrum werken ook veel geneeskundestudenten, zoals flexmedewerker Wessel de Vos. De flexmedewerkers doen vooral de avond- en nachtdiensten, vertelt hij. ‘Wanneer er iemand in het ziekenhuis overlijdt, kunnen artsen bij ons het Donorregister raadplegen. Wij bekijken vanuit ons kantoor in Leiden of iemand op papier geschikt is als donor. Als dat het geval is sturen we iemand van het uitnameteam van WUON op pad om weefsel uit te nemen’, aldus De Vos.

Toen de coronacrisis uitbrak was het aanvankelijk heel erg zoeken naar hoe weefsels veilig konden worden uitgenomen en getransplanteerd. Hiervoor zijn contra-indicaties opgesteld die gaandeweg een aantal keer zijn veranderd. ‘Eerst mocht iemand die een COVID-19-infectie had doorgemaakt bijvoorbeeld helemaal niet doneren, nu komt een patiënt die veertien dagen klachtenvrij is wel in aanmerking voor donatie.’

De hele weefselketen stilleggen hoeft in de tweede golf niet meer, omdat er voldoende testcapaciteit is. De NTS trieert zodanig dat potentiële donoren niet worden aangenomen als zij een verhoogde kans op het coronavirus hebben, bijvoorbeeld doordat ze voor het overlijden contact met een COVID-19-patiënt hebben gehad. ‘Bij alle donoren laten we ook post-mortaal swaps afnemen die Sanquin voor ons test. Zo zijn we er zeker van dat we geen weefsel uitnemen bij iemand die besmet is met het coronavirus.’

Thuiswerken waar mogelijk is ook tijdens de tweede coronagolf het devies, maar dat kan bij het Orgaancentrum niet. De Vos: ‘Alleen op het kantoor zijn alle benodigde communicatiemogelijkheden aanwezig. Tussen de werkplekken hebben we plexiglazen tussenschotjes laten aanbrengen en uiteraard houden we 1,5 meter afstand om besmetting op de werkvloer te voorkomen.’

Meer informatie over COVID-19