Terug naar het vorige niveau: 5. Informatieverstrekking aan familie

5.1. Algemene onderwerpen

In het gesprek met de familie over weefseldonatie, is het raadzaam om in elk geval het volgende te bespreken:

  • Vertel de familie welke weefsels de overledene op basis van zijn leeftijd en contra- indicaties kan doneren en waarvoor deze weefsels na donatie gebruikt kunnen worden. Geef daarbij aan dat pas na de uitname en de medische screening duidelijk is of, en welke weefsels daadwerkelijk getransplanteerd kunnen worden.
  • Geef aan dat de donor tijdens de hele procedure met respect wordt behandeld.
  • Is er sprake van een niet-natuurlijk overlijden? Vertel dan dat toestemming van de officier van justitie vereist is voor de vrijgave van het lichaam. Pas nadat de officier van justitie het lichaam heeft vrijgegeven kunnen de weefsels worden uitgenomen.
  • Vertel dat de overledene op de gebruikelijke manier kan worden opgebaard en worden begraven of gecremeerd. Ook thuis opbaren is mogelijk.
  • Geef aan dat de overledene mogelijk een aantal uren langer in het ziekenhuis moet blijven vanwege de uitnameprocedure. Dit kan 8 tot 28 uur langer zijn.
  • Vertel dat het kan voorkomen dat gedoneerd weefsel niet geschikt blijkt te zijn voor transplantatie. Na uitname van de weefsels is verder onderzoek nodig om eventuele risico’s uit te sluiten en te kijken of de kwaliteit van de weefsels voldoende is. Het onderzoek wordt gedaan door de stafarts van de NTS en de weefselbank. Als weefsel niet geschikt blijkt voor transplantatie, kan het worden gebruikt voor transplantatiegericht onderzoek. Er wordt geen transplantatiegericht onderzoek verricht als de donor of zijn familie hiertegen bezwaar heeft gemaakt.

Geef de familie de folder 'Weefseldonatie. Informatie voor nabestaanden' mee. Zo kunnen zij de informatie nog eens rustig nalezen.