U hebt eerst een gesprek met de coördinator leverdonatie bij leven of met een medisch specialist. Daarna praat u met een maatschappelijk werker of een psycholoog en wordt u onderzocht op ziektes. Dit onderzoek is op de polikliniek of tijdens een korte opname in het ziekenhuis.
Gesprekken met de maatschappelijk werker en de psycholoog
U krijgt een gesprek met een maatschappelijk werker. Hij legt uit wat er allemaal bij donatie komt kijken en beoordeelt of u geestelijk sterk genoeg bent om het traject te doorlopen. De maatschappelijk werker ondersteunt u bij het nemen van het besluit om wel of niet te doneren en helpt bij het praktische deel van de donatie, zoals onkostenvergoeding. Soms is er ook een gesprek met een medisch psycholoog of psychiater.
Onderzoek van het bloed van u en ontvanger
Als u aan een bekende doneert dan is het belangrijk dat de bloedgroepen van u en de ontvanger bij elkaar passen. En dat de ontvanger geen antistoffen heeft tegen uw weefsel. Lees meer over direct doneren, de bloedgroepen en antistoffen.
Alle medisch onderzoeken bij de donor:
- lichamelijk onderzoek; dit bestaat onder andere uit het meten van de bloeddruk, de lengte en het gewicht en het luisteren naar hart en longen
- onderzoek van het bloed op onder andere leverfunctie en bloedstolling en onderzoek van het bloed op virussen zoals hepatitis of aidsvirus
- een hartfilmpje (ECG) en een foto van hart en longen om te beoordelen of er afwijkingen zijn
- een CT-scan voor een goed beeld van de lever, zodat artsen zien hoe groot het stukje lever voor de ontvanger kan zijn en hoeveel er over moet blijven voor de donor
- een MRI-scan voor bloedvaten en galwegen bij de lever. Daar ziet de chirurg of hij de lever te splitsen is, en of er genoeg bloedvoorziening en galwegen zijn voor donor en ontvanger
- een fibroscan van de lever, waarop de arts kan zien of er littekenweefsel op de lever zit
- er kunnen ook nog aanvullende onderzoeken plaatsvinden
Gesprekken met de chirurg en anesthesioloog
De chirurg bekijkt alle onderzoeken en beoordeelt of uw lever geschikt is voor donatie. Als u een deel van uw lever afstaat aan een kind is dit 20 tot 40% van uw lever. Doneert u aan een volwassene dan wordt ongeveer 60% van uw lever verwijderd. De chirurg legt uit wat de operatie inhoudt en welke risico’s er zijn. Ook bespreekt hij de manier waarop hij een deel van de lever verwijdert.
Ter voorbereiding op de operatie spreekt u verder met de anesthesioloog. De anesthesioloog is specialist in pijnbestrijding, verdoving en intensieve zorg en beoordeelt of uw lichaam een volledige verdoving ofwel narcose aan kan.
Niet iedereen kan een deel van de lever doneren
Het levertransplantatieteam beslist op basis van alle informatie of u kunt doneren. De arts of de coördinator leverdonatie bij leven vertelt u wat het team heeft besloten. Dit kan tegenvallen: niet iedereen die wil doneren is geschikt om een stuk van de lever af te staan.
Vertrouwensarts beoordeelt zorgvuldigheid procedure
Aan het einde van het onderzoek beoordeelt een onafhankelijke vertrouwensarts van het UMCG of alles correct en zorgvuldig is doorlopen. Dit gebeurt meestal tijdens een gesprek met de donor.
De leverdonatie operatie
De donatie- en transplantatieprocedure start met de operatie van u als donor. De chirurg verwijdert eerst de galblaas en controleert de galwegen. Zijn die anders aangelegd dan verwacht, dan kan de transplantatie misschien niet doorgaan. Dat komt heel soms voor. Zien de galwegen en de lever er goed uit, dan verwijdert hij een deel van de leverkwab. Als dit er goed uitziet wordt gestart met de operatie bij de ontvanger. Uw operatie duurt ongeveer 8 uur.
Na de leverdonatie operatie
Na de operatie gaat u naar de intensive care afdeling. Hier mag u bezoek ontvangen. Leverdonoren hebben na de operatie vaak enkele dagen pijn, die soms lastig te bestrijden is. U mag namelijk niet heel veel pijnstillers hebben omdat uw lever nu minder goed werkt. Als de juiste hoeveelheid pijnstilling is gevonden en er verder geen problemen zijn, gaat u naar de verpleegafdeling.
De meeste donoren liggen ongeveer 10 dagen in het ziekenhuis. Houd er rekening mee dat u daarna nog enkele weken thuis moet herstellen.
Klachten door verwijderen deel lever en galblaas
Omdat leverweefsel zich snel vernieuwt, groeit uw lever binnen enkele weken weer aan. Door het verwijderen van uw galblaas kunt u in het begin wat last hebben van diarree en moet u opletten met vet eten. Maar na een tijdje past uw lichaam zich aan en verdwijnen de klachten meestal.
Een tijdje hulp in de huishouding nodig
Als u weer thuis bent, zult u een tijdje hulp in de huishouding nodig hebben. Kijk of familie of vrienden u kunnen helpen. Als dat niet kan, kunt u huishoudelijke hulp aanvragen bij de gemeente. Of hulp inhuren bij een bedrijf dat huishoudelijke hulp levert in uw woonplaats. De kosten hiervan worden tot maximaal € 300 euro vergoed. U leest er meer over bij Onkosten en vergoedingen. De maatschappelijk werker van het transplantatieziekenhuis kan u er ook meer over vertellen.
Regelmatig op controle
Drie maanden na de operatie komt u op controle bij de chirurg. Dit gebeurt opnieuw zes maanden en een jaar na de operatie. Daarna komt u minstens 5 jaar lang om het jaar op controle bij een arts of verpleegkundige van het transplantatieteam. Die checkt het functioneren van uw lever en uw algemene gezondheid en bespreekt met u hoe het met u gaat en ook of u geestelijk nog last hebt van de donatie. Voor de operatie en de controles hoeft u niets te betalen.
Nazorg door de maatschappelijk werker
Ook na ontslag uit het ziekenhuis kunt u begeleiding krijgen vanuit het transplantatieziekenhuis. U kunt bijvoorbeeld een gesprek aanvragen bij de maatschappelijk werker als u geestelijk last hebt van de donatie. De maatschappelijk werker kan ook helpen bij het aanvragen van de Onkostenvergoeding donatie bij leven. Ook houdt de coördinator leverdonatie bij leven contact met u.