Ethiek en transplantatie: een dialogisch perspectief

31 mei 2021

Onlangs heb ik mijn afscheidsrede gehouden, getiteld Ethiek in dialoog. Vanwege het einde van mijn hoogleraarschap is dit ook mijn laatste bijdrage aan deze rubriek. Hieronder belicht ik enkele thema’s uit mijn rede, toegesneden op de relatie tussen ethiek en transplantatie.

Guy Widders Hoogleraar Medische Filosofie en Ethiek aan het Amsterdam UMC

Transplantatie gaat gepaard met ethische vragen. Mogen we iemands organen na de dood zonder voorgaande toestemming van de betrokkene gebruiken voor transplantatie? Mag iemand die een risico loopt op gezondheidsschade een orgaan afstaan ten gunste van een naaste die anders vroegtijdig zal overlijden? Reflectie op dergelijke vragen is een wezenlijk onderdeel van de medische transplantatiepraktijk. Zonder ethische bezinning verliest de transplantatiegeneeskunde het vertrouwen van de betrokkenen, zoals nabestaanden of levende donoren, en van de samenleving. Geen transplantatie zonder ethiek.

How medicine saved the life of ethics

Het omgekeerde geldt echter ook. In een bekend artikel dat bijna veertig jaar geleden verscheen betoogt de filosoof Stephen Toulmin dat de ethiek haar voortbestaan in hoge mate te danken heeft gehad aan de medische wetenschap. De titel van dit artikel luidt, veelzeggend: ‘How medicine saved the life of ethics’. Pas toen door anesthesie, de ontwikkeling van chirurgische technieken en inzicht in afstotingsreacties transplantaties mogelijk werden, kwam de vraag op hoe schaarse organen verdeeld moeten worden. Zonder ontwikkelingen in de medische wetenschap had de medische ethiek niet de bloei doorgemaakt die ze de afgelopen decennia heeft gekend. Geen ethiek zonder transplantatie.

De onderlinge verhouding van ethiek en transplantatie gaat verder dan een wederzijdse afhankelijkheid, waarin de één ruimte schept voor de ander, en vervolgens de ander vrij laat om binnen die ruimte te opereren. De relatie tussen ethiek en praktijk kan gekarakteriseerd worden als dialogisch. Het stellen van vragen en het formuleren van antwoorden gebeurt in gezamenlijkheid, op basis van openheid voor elkaars gezichtspunt en gerichtheid op inzicht in de kwestie waarover het gaat. Voor de ethiek is het van belang de morele overwegingen van betrokkenen in de praktijk te begrijpen en hen te helpen tot een goede, dat wil zeggen ethisch te rechtvaardigen, afweging te komen. Voor de praktijk is het zaak te reflecteren op de morele waarden die in het geding zijn en met inbreng van ethici tot passende en juiste beslissingen te komen. 

Dialoog in de praktijk bevorderen

In een dialogische ethiek gaat het niet enkel om een dialoog tussen ethiek en praktijk, maar ook om het bevorderen van dialoog in de praktijk. De overgang van een toestemmingssysteem naar een geen-bezwaar-systeem wil niet zeggen dat een positieve keuze van mensen voor donatie niet langer relevant is. Vanuit dialogisch perspectief is het zaak mensen te stimuleren na te denken over het belang van donatie, ook als dat niet direct tot meer potentiële donoren leidt. Het blijft ook van belang om familieleden actief te betrekken, al hebben die wettelijk gezien een beperkte status. De vraag of donatie toelaatbaar is bij een risico op gezondheidsschade van een levende donor vraagt om een gesprek met de potentiële donor en de beoogde ontvanger, om gezamenlijk te onderzoeken of en zo ja welk risico verantwoord is.

De afgelopen dertig jaar heb ik deelgenomen aan de dialoog tussen ethiek en praktijk en de dialoog tussen betrokkenen in de praktijk ondersteund. Ik vertrouw erop dat beide de komende jaren verder voortgang zullen krijgen.

Belangstellenden kunnen een exemplaar van de rede opvragen bij Emma Mulder: e.mulder@amsterdamumc.nl