‘Regelmatig denk ik aan de donor, en zeker op de transplantatiedag, mijn “tweede verjaardag”. Ik weet dat de donor een jong kind uit het buitenland was. Dat kind is waarschijnlijk onverwacht overleden, dus ik heb veel gedacht aan de ouders die hun kind verloren hebben. Na 5 jaar heb ik een brief geschreven om ze te bedanken.’
‘Twee jaar later kreeg ik een depressie’
‘Voordat mijn darmen het begaven had ik borstkanker gehad. Voor die tijd liep ik marathons en werkte ik hard, dus er was me veel afgenomen. Maar toen ik kanker had en daarna die darmproblemen kreeg en dat infuus had, bleef ik steeds een bikkel. Omdat iedereen altijd zei dat ik sterk was, vond ik dat ik sterk moest blijven. Na al die jaren ziek zijn had ik het gevoel dat ik er niet meer toe deed. Pas toen ik opknapte, ontdekte ik wat ik allemaal niet verwerkt had. Ongeveer 2 jaar na de transplantatie kreeg ik een depressie. Met goede hulp ben ik daar bovenop gekomen.’
‘Nu kan ik zeggen: ik heb een nieuw leven’
‘Ik zocht hulp bij een psycholoog en kreeg ook psychomotorische therapie. Ik moest bijvoorbeeld een keer badmintonnen, en telkens als ik een fout maakte, gaf de therapeute mij een handicap: ik moest met links slaan, of ik kreeg een hoepel om mijn nek. Op een bepaald moment zei ze: kijk nou eens naar jezelf! Ik hing helemaal vol attributen. Het liet zien dat ik te veel op m’n nek nam. Zo symbolisch! Die therapie heeft ontzettend geholpen. Sindsdien gaat het goed en kan ik zeggen: ik heb een nieuw leven. Ik werk weer en drie keer in de week doe ik aan bootcamp. Een darmtransplantatie is heftig, het is bijzonder dat het zo goed gaat. Daar ben ik dankbaar voor.’
Benieuwd naar andere persoonlijke verhalen? Lees hier nog meer ervaringen van mensen die een donororgaan of -weefsel hebben ontvangen, nabestaanden zijn van een donor of mensen die bij leven een nier of stukje van hun lever hebben afgestaan.